Waarom je bij sport goed ademhaalt maar in het dagelijks leven benauwd bent


Het klinkt een beetje vreemd: iemand die tijdens hockey, hardlopen of fitness geen enkele moeite heeft met ademhalen, maar die tijdens een wandeling naar school, traplopen of zelfs gewoon in rust ineens last krijgt van benauwdheid of kortademigheid. Hoe kan dat?

Dit verschijnsel komt regelmatig voor in de praktijk van (kinder)fysiotherapeuten en ademtherapeuten. Het lijkt alsof de longen en de conditie niet kloppen met de klachten. Toch is er een duidelijke verklaring.

Wat gebeurt er met de ademhaling?

Tijdens sporten vraagt het lichaam om meer zuurstof. Tegelijkertijd neemt de hoeveelheid koolstofdioxide (CO₂) in het bloed toe. Het ademhalingssysteem reageert hier automatisch op: de ademhaling wordt dieper en regelmatiger. Je zou kunnen zeggen dat het lichaam zichzelf dan even reset.

Bij rustige activiteiten of in rust is die natuurlijke prikkel er minder, en krijgen ingesleten gewoontes meer ruimte. Denk aan hoog in de borst ademen, vaak zuchten of onnodig snel ademen. Dit geheel noemen we ook wel disfunctioneel ademen – simpel gezegd: een adempatroon dat niet handig of efficiënt is. 

Waarom voelt het erger in het dagelijks leven?

  1. Hoe we het beleven – Bij sport hoort zwaar ademen erbij. Dat voelt logisch en normaal. Tijdens een rustige wandeling of bij huiswerk voelt zwaar ademen vreemd of overdreven en wordt het sneller als benauwdheid ervaren.

  2. Spanning en stress – Als je gespannen bent, reageert je zenuwstelsel door sneller en oppervlakkiger te ademen. Vaak merk je dat niet eens bewust. Toch kan dit een gevoel van benauwdheid geven.

  3. Gewoonten en houding – Ingezakt zitten achter de laptop of een zware tas dragen beïnvloedt hoe makkelijk de ademhaling kan verlopen.

  4. Andere oorzaken – Soms spelen astma, allergieën of prikkelbare luchtwegen mee. Bij sport kunnen de luchtwegen juist tijdelijk meer open gaan, waardoor de klachten daar minder merkbaar zijn.

Wat helpt?

  • Uitleg en geruststelling – Het gaat meestal niet om slechte longen of een slechte conditie, maar om hoe je ademt in rust.

  • Ademtechnieken – Eenvoudige oefeningen kunnen helpen, zoals via de neus ademen, je uitademing wat verlengen of bewust je buikademhaling gebruiken.

  • Toepassen in het dagelijks leven – Het werkt pas echt goed als je die technieken ook oefent tijdens wandelen, fietsen of traplopen, en niet alleen liggend op een mat.

  • Samenwerken – Bij twijfel of klachten blijven bestaan, is overleg met de huisarts of een specialist belangrijk.

Praktijkvoorbeeld

Een tiener komt bij de fysiotherapeut omdat hij snel benauwd wordt tijdens het lopen naar school, terwijl hij tijdens het voetbal moeiteloos mee kan doen met zijn team. Door samen te kijken naar zijn ademhaling en houding ontdekten we dat hij veel in de borst ademde en zijn schouders gespannen hield tijdens dagelijkse activiteiten. Met eenvoudige oefeningen zoals neusademhaling en bewust ontspannen van de schouders kon hij zijn ademhaling beter reguleren en werd wandelen minder belastend.

Conclusie

Het is heel goed mogelijk dat iemand bij sport moeiteloos ademhaalt, maar in het dagelijks leven benauwd wordt. Dit betekent meestal niet dat er iets ernstigs mis is. Vaak gaat het om een adempatroon dat in rust minder efficiënt is. Het goede nieuws: dit is vaak goed te trainen met uitleg, bewustwording en praktische oefeningen.